Home » Organisaties » Voorpost » De Vrienden van Nieuw Rechts: Ouwe Jongens Krentenbrood

De Vrienden van Nieuw Rechts: Ouwe Jongens Krentenbrood

De sympathie voor extreem-rechts gedachtegoed is in Nederland sinds het begin van de jaren tachtig niet zo klein geweest als nu. Sinds de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar, waar de versplinterde fascistische beweging van 88 zetels terugviel naar een totaal van twee, lijkt elke poging om via verkiezingen racistische denkbeelden aan de man te brengen vergeefse moeite. Is dit het einde van het georganiseerd racisme in Nederland? Niet volgens de mannen van Voorpost-Nederland.

De van oorsprong Vlaamse organisatie Voorpost is sinds 1978 in Nederland actief om de Groot-Nederlandse gedachte publiek te maken: Nederland en Vlaanderen moeten zo snel mogelijk worden samengevoegd na de ontbinding van het historisch misbaksel België. Voorpost had echter geen succes. Haar boodschap bleef in Nederland onbegrepen en nauwelijks gehoord. De enkele keer dat zij een standje op een markt trachtte in te richten leidde dit tot politieoptreden of hordes boze demonstranten. De organisatie bleef kleiner dan marginaal en leidde een ondergronds bestaan. Alleen tijdens bezoekjes aan de Vlaamse kameraden konden de laarzen worden aangetrokken en in een vrolijk samenzijn de heldendaden van de Nederlandse, Vlaamse en Zuid-Afrikaanse broedervolken worden bezongen.

In het begin van de jaren negentig nam het ledental enigszins toe, toen de radicale partij CP’86 belangstelling kreeg voor het Heel-Nederlandse gedachtegoed. Veel CP’86-leden werden lid van de Nederlandse afdeling van Voorpost. In 1996 ging de CP’86 echter ten onder aan onderlinge twisten en viel uit elkaar in verschillende clubjes. CP’86-voormannen Marcel Rüter en Tim Mudde verlieten het zinkende schip en namen de Voorpost-organisatie over. Rüter werd voorzitter en Mudde actieleider en tevens hoofdredacteur van het Voorpost-blad ‘Revolte’. De nieuwe leiding vormde Voorpost in een razend tempo om tot het laatste bolwerk van extreem-rechtse activisten in Nederland.

Tim Mudde

Vanaf het begin werd een drie-sporenbeleid ingezet dat Marcel Rüter ook al tevergeefs op de CP’86 had losgelaten. Dit beleid was te onderscheiden in activiteiten gericht op medestanders, gericht op sympathisanten en gericht op de rest van de wereld. Medestanders moeten onderwezen worden, sympathisanten ingekapseld en de rest van de wereld betrokken in een serieuze, diepgravende discussie over de standpunten van extreem-rechts. Dit plan heeft Rüter niet zelf bedacht, het is een bekende politieke strategie van extreem-rechtse groepen in Frankrijk, Duitsland en Vlaanderen die bekend staat als Nieuw-Rechts (Nouvelle Droite). De oorsprong ligt in het Frankrijk van mei 1968.

Marcel Rüter

Nadat de rook in Parijs was opgetrokken besefte extreem-rechts als geen ander dat zij het initiatief volledig kwijt was. Om dit initiatief terug te krijgen werden door heel Frankrijk extreem-rechtse buitenparlementaire studiegroepen opgezet die de plannen ontwikkelden zoals Voorpost ze nu op Nederland los wil laten.

Het eerste spoor van Voorpost is gericht op de medestanders, Voorpost-leden en leden van andere extreem-rechtse groepen, met name uit de CP’86 afkomstig. Zij moeten onderwezen worden in de Nieuw-Rechtse ideologie. Marcel Rüter wil niet meer samenwerken met idioten, drugsdealers en domme skinheads die geen enkele ideologische basiskennis hebben. Met dit doel had hij in zijn CP’86-tijd al de studieclub ‘Studie, Opbouw & Strijd’ (SOS) opgericht. Deze club organiseerde in 1995 en 1996 voor CP’86-leden themadagen over nationalisme, actievoeren, solidarisme, politieke intimidatie en de omgang met de media. Nu Rüter is overgestapt naar Voorpost worden deze studiedagen voortgezet. Bovendien geeft Rüter regelmatig een blad (SOS-Nieuwsbrief) uit om Voorpost-leden uit te rusten met enige intellectuele bagage. In dit blad keren diverse auteurs zich tegen internationalisme, globalisering en multi-cultuur en wordt een lans gebroken voor het kernthema van Voorpost: De Volksidentiteit. Internationalisme en multi-cultuur leiden tot de vernietiging van het volkseigene, de ontbinding van de maatschappij en daarmee onvermijdelijk naar de ondergang. Terug naar bloed en bodem is het streven.

Daarom wordt er ook gepleit voor solidariteit met de ontheemde Koerden en Indianen en maakt SOS zich sterk tegen natuurvernietiging en voor vegetarisme. Dat daarbij de grote voorgangers niet worden vergeten blijkt uit artikelen over onder andere de vooroorlogse fascistische ideologen Julius Evola en Joris van Severen. Tot nu toe heeft dit interne onderwijs van Voorpost nog geen grootse denkers of ideologische hoogstandjes voortgebracht. SOS is vooral een citatenmachine, waarin de auteurs leentjebuur spelen bij Nieuw-Rechtse auteurs uit België, Frankrijk en Duitsland.

Joris van Severen

Het tweede spoor dat Voorpost volgt is het aansluiting zoeken bij mogelijke sympathisanten. Extreem-rechts in Nederland heeft sinds het midden van de jaren tachtig te maken met een goed werkend “cordon sanitaire”. Elke zichzelf respecterende politicus of organisatie zal er voor waken ooit geassocieerd te worden met extreem-rechtse partijen of hun gedachtegoed. Zelfs jeugdzonde’s van een zestienjarige rechtse puber kunnen een politieke carrière naar de verdoemenis helpen. Volgens de analyse van Voorpost is dit het grote probleem van extreem- rechts. Door het volledige isolement zullen sympathiserende intellectuelen nooit de overstap maken naar extreem-rechts. Bovendien zullen extreem-rechtse standpunten nooit als respectabele meningen worden opgevat en dus nooit betrokken worden in het politieke of maatschappelijke debat. Voorpost ziet het als absolute voorwaarde voor enig succes van welke extreem-rechtse groepering dan ook, dat dit isolement wordt doorbroken.
Op dit punt lijkt Voorpost nu enig succes te hebben. Waar de bestaande extreem-rechtse partijen de afgelopen jaren al hun kader hebben zien weglopen heeft Voorpost er het afgelopen jaar juist nieuwe mensen bij gekregen. Het gaat hier met name om oudgedienden uit het extreem-rechtse milieu, die zich kortere of langere tijd geleden hebben teruggetrokken uit de slangenkuil van de elkaar beconcurrerende partijtjes.

Een belangrijke ontwikkeling op dit vlak is de heractivering van Alfred Vierling. Vierling was in de jaren zeventig een milieuactivist die vlak na de oprichting van de Centrumpartij bij deze partij terechtkwam en zich daar wist op te werken als tweede man achter Janmaat. Vierling is in die tijd belangrijk voor extreem-rechts omdat hij intelligent is, bijzonder goed gebekt is en een goed gevoel voor humor heeft. Dat zijn kwaliteiten waaraan het binnen deze kringen behoorlijk aan ontbreekt. Hij heeft dan ook een grote invloed op de ideologische vorming  van de Centrumpartij en is verantwoordelijk voor diverse acties die zorgden voor media-aandacht voor de zogenaamde ‘Centrumstroming’.

Alfred Vierling in zijn jongere jaren

Vierling verliet in 1984 de Centrumpartij om zich enkele jaren later achtereenvolgens bij de CD en het Nederlands Blok aan te sluiten. Toen hij deze laatste partij in 1994 verliet leek het gedaan met de fascistische strapatsen van Vierling. Een jaar later ontstond er zelfs een relletje, toen bleek dat het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen een brief had geschreven, waarin Vierling werd aanbevolen als nieuwe leraar aan een Imamopleiding in Turkije.
Maar drs. Alfred Vierling is terug en dat zullen we weten! Vloekend en tierend gaat hij in een artikel in het extreem-rechtse blad ‘Heemland’ tekeer tegen immigratie, de sociaal-democratie, het neo-liberalisme en de milieuvernietiging. Om vervolgens zijn tirade te richten op de bestaande extreem-rechtse partijtjes in Nederland en als oplossing voor al deze problemen de strategie van Voorpost aan te prijzen: “Maar wij hebben juist behoefte aan een platform, een dispuut, een politiek café, een forumdiscussie in dit land. Wij moeten de zeldzame schrijvers die nu in ‘Elsevier’ of ‘De Groene Amsterdammer’ schrijven benaderen en strikken in een web van sympathiserende middenstand, moegestreden en bekeerde leraren, politiemensen zoals hoofdcommissaris Kuiper te Amsterdam en anderen die nu eindelijk te kennen geven, dat onze samenleving uit zijn voegen barst.”

Een andere oude bekende is Mart Giesen, keuringsarts en sinds begin jaren tachtig actief binnen extreem-rechts in Nederland. Ook hij kwam vanuit de Centrumpartij, via de CD en het Nederlands Blok uiteindelijk in Voorpost-kringen terecht.

In de vroege jaren tachtig wist hij regelmatig de pers te halen met opmerkelijke plannen. Zo pleitte hij onder andere voor het stoppen met opereren van zieke bejaarden wegens de geringe kans op succes en verkondigde hij  in partijkringen dat er euthanasie moet worden gepleegd op zwakzinnigen. Deze plannen leverden hem binnen de Centrumpartij de bijnaam Dokter Mengele op. Giesen schopte het in 1990 tot Provinciale Statenlid voor de Centrumdemocraten en begon in die tijd met de uitgave van het regionale CD-blaadje ‘Heemland’, dat hij vulde met krantenknipsels en kopieën van vergader-notulen van de Provinciale Staten Zuid-Holland. In 1994 neemt Giesen contact op met het concurrerende Nederlands Blok en wordt uit de CD gezet, wat hem ook zijn statenzetel kost. Hierna wordt van Giesen weinig meer vernomen.

Mart Giesen

Sinds vorig jaar is Giesen een regelmatig bezoeker van Voorpost-bijeenkomsten en heeft hij het blad ‘Heemland’ nieuw leven ingeblazen. Het blad is echter geen regionale knipselkrant meer, maar een vrij degelijk blad dat artikelen over allerhande onderwerpen publiceert die onder de paraplu van het Nieuw-Rechtse interessegebied vallen: “Voor discussie stelt Heemland als gespreksforum van nationaal-gezinden kolomruimte in dit geschrift ter beschikking. De redactie tracht door het uitgeven van dit blad een bescheiden bijdrage te leveren aan het onderhouden van nationaal besef bij wie de waarde van de Nederlandse natie erkent”, aldus Giesen in nummer 12 uit 1998.
Verder laat Giesen in Heemland overduidelijk blijken in welke richting hij hoopt dat de kring van nationaal-gezinden zich zal uitbreiden. Er wordt zeer uitgebreid ingegaan op de rol van diverse commentatoren uit het weekblad Elsevier, waaronder Pim Fortuyn, een verklaard tegenstander van de multiculturele samenleving. Verder wordt de Rotterdamse professor Wim Couwenberg artikelenlang toegejuicht.
De vrijages van Hollands Nieuw-Rechts met Pim Fortuyn hebben tot nu toe niet geleid tot zijn directe betrokkenheid bij Voorpost of vergelijkbare organisaties. Wat Wim Couwenberg betreft ligt dit anders. De emeritus hoogleraar Wim Couwenberg is een fel anti-communistische Koude Oorlogsveteraan. Hij komt voort uit de hoek van zeer conservatieve organisaties, die zich gedurende de jaren zeventig en tachtig in felle bewoordingen verzetten tegen de linkse ontworteling van de samenleving (Oud Strijders Legioen, Civis Mundi). Couwenberg is altijd een veelschrijver geweest, die over alles zijn ongezouten mening publiek maakt. Anil Ramdas karakteriseerde hem ooit als een “wetenschappelijke Archie Bunker”.
De afgelopen jaren heeft Couwenberg een omslag gemaakt en het zuivere conservatisme achter zich gelaten. Hij heeft zich steeds meer verdiept in politieke theorievorming en de links- rechtstegenstellingen.
Verder zet hij zich fel af tegen het “politiek correct” denken en publiceert hij zeer kritische commentaren over het asielbeleid en de multiculturele samenleving.

Wim Couwenberg

Dat hij daarmee naadloos binnen het ideologisch kader van Voorpost past bleek toen hij in november vorig jaar in België sprak op het colloquium “Hoe overleven we de dekadentie?”. De organisatie was in handen van de Nieuw-Rechtse organisatie Deltapers. Naast Couwenberg werd de zaal onder andere toegesproken door Nieuw-Rechtse kopstukken als Luc Pauwels (voorman van Deltapers, Vlaams Blok-sympathisant en regelmatig bezoeker van Voorpost- bijeenkomsten in Nederland en België), Alain de Benoist (leider van de Front-National denktank GRECE) en Edward Goldsmith (Nieuw-Rechtse ecologist). Deltapers en haar blad ‘Teksten, Kommentaren en Studies wordt in Nederland vertegenwoordigd door Guus Looy, mede-oprichter en meervoudig bestuurslid van de Nederlandse Volksunie (NVU).
Met deze stap passeerde Couwenberg een grens, die het politieke en wetenschappelijke establishment in Nederland tot nu toe uit de weg was gegaan: openlijk contact met een extreem-rechtse groepering. Dit is weliswaar gebeurd in het buitenland, maar mag toch gezien worden als een flinke stap voorwaarts voor Rüter en consorten.

De derde tak van het drie-sporenbeleid van Voorpost is gericht op de buitenwereld. Die moet bestookt worden met artikelen, ingezonden brieven, deelname aan discussiefora en andere bijdragen aan het politieke debat. Dit is tot dusverre nog niet of nauwelijks uit de verf gekomen. Op een enkele ingezonden brief na is het Voorpost nog niet gelukt om voor publicaties in reguliere media te zorgen. Of dit in de nabije toekomst zo zal blijven is zeer de vraag. Met name Alfred Vierling heeft zich altijd een liefhebber betoond van het opzoeken van politieke tegenstanders om de discussie met hen aan te gaan. De laatste maanden liet hij zich ook op dit vlak niet onbetuigd en bombardeerde een Leidse instelling die onderzoek doet naar sektes met e-mails. Een medewerker had Vierlings extreem-rechtse ideeën in een artikel bekritiseerd en Vierling eist sindsdien een debat met hem.

Of de pogingen van Voorpost effect zullen hebben is maar de vraag. De rechts-extremistische partijen blijven verdeeld en de interne opleiding laat het nodige te wensen over. Ook het maatschappelijke debat waar zo naar verlangd wordt is allesbehalve van de grond gekomen. Alleen het doorbreken van het cordon sanitaire lijkt enigszins te lukken, nu een gerenommeerde emeritus hoogleraar bereid is gevonden een stap over de grens te doen. Dit is geen grote, maar wel een verontrustende ontwikkeling.